
Liquidatiewet Oorlogs- en Watersnoodschade I
Artikel 2
1
Het Commissariaat voor Oorlogsschade, de schade-enquête-commissie te Rotterdam en het rampschadebureau te Rotterdam worden opgeheven met ingang van 1 augustus 1960. Tegelijkertijd eindigen de functies van Directeur van het bureau en van secretaris van dit Commissariaat, van secretaris van de schade-enquête-commissie te Rotterdam en van hoofd van het rampschadebureau te Rotterdam. Ten aanzien van de archieven van deze organen treft Onze Minister de nodige voorzieningen.
2
Voor zoveel door of krachtens de Wet op de Materiële Oorlogsschaden of door de Wet Overheidsaansprakelijkheid Bezettingshandelingen aan de in het eerste lid genoemde organen opgedragen taken op de genoemde datum nog niet zijn voltooid, draagt Onze Minister daarvoor zorg: de bevoegdheden van die organen gaan op Onze Minister over. Artikel 89, tweede lid, van de eerstgenoemde wet vervalt.
3
Het in de eerste volzin van het vorige lid bepaalde geldt eveneens ten aanzien van taken, welke door de Wet op de Watersnoodschade 1953 aan de hoofden van de rampschadebureaus, dan wel krachtens die wet aan het Commissariaat voor Oorlogsschade en aan de Directeur van het bureau van dit Commissariaat zijn opgedragen, en ten aanzien van de krachtens die wet aan deze organen verleende bevoegdheden. Ten aanzien van nog openstaande beroepen tegen hun beschikkingen of beslissingen blijft artikel 44, tweede lid, van die wet buiten toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.